ricotta

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ri·cot·ta
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ricotta -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de ricottam

  1. (voeding) op kwark lijkend Italiaans zuivelproduct met een zachte smaak en een kruimelige structuur die is ontstaan bij de boeren als nevenproduct bij het kaasmaken. De wei die overblijft na het maken van de kaas wordt opnieuw gekookt en zo verkrijgt men de sneeuwwitte, een beetje korrelige kaas met zachte smaak.
Vertalingen

Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen