ribben

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rib·ben

Zelfstandig naamwoord

de ribbenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord rib
     Hij had meerdere ribben gebroken en had maanden moeten revalideren.[1]

de ribbenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ribbe
Synoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • rib·ben
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Noorse zelfstandige naamwoorden ribbe en ben.
Naar frequentie 25028

Zelfstandig naamwoord

ribben, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van ribbe
Schrijfwijzen
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   ribben     ribbenet     ribben     ribbena
ribbenene  
genitief   ribbens     ribbenets     ribbens     ribbenas
ribbenenes  

Zelfstandig naamwoord

ribben, o

  1. (anatomie) rib
Schrijfwijzen
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • knekke et ribben
een rib breken
  • være så mager at en kan telle ribbena
zo dun zijn dat je de ribben kan tellen