Naar inhoud springen

reutemeteut

Uit WikiWoordenboek
  • reu·te·me·teut
enkelvoud meervoud
naamwoord reutemeteut
verkleinwoord

de reutemeteutm

  1. alles wat ermee te maken heeft
    • De FC Utrecht-supporters richtten afgelopen zondag op de terugreis in de trein een grote ravage aan. Ongeveer twintig tafeltjes vlogen door de ruiten, prullenbakken en ander meubilair werden vernield. „Lieden die dat soort dingen doen, moet je keihard aanpakken”, zegt Hoefnagels, voorheen Eerste-Kamerlid voor D66. „Pak ze in de portemonnee. We zijn in Nederland helaas nog steeds niet zover dat er onmiddellijk beslag wordt gelegd op auto’s, brommers en de hele reutemeteut van die gasten. Het is toch onvoorstelbaar dat het de NS, gemeenten en politie en dus de gehoorzame burgers honderden miljoenen kost om het een beetje veilig te houden rond voetbalwedstrijden?” [2] 
    • Niet dat mensen daar naar luisteren. Integendeel, ze laten hun emoties de vrije loop. Verdriet, woede, rouw, blijdschap, euforie: de hele reutemeteut. Sociologen weten wel waarom. Zij beweren dat er geen kerk meer is om emoties te kanaliseren, geen geloof of levensbeschouwing om gebeurtenissen een plek te geven. [3] 
    • Eén als verkeersdode omdat-ie in de plomp reed met griepverschijnselen. Twee ervan zijn als hartinfarct afgegeven, enzovoorts. Die stonden dus allemaal verkeerd in de statistieken en op die verkeerde statistieken wordt beleid gemaakt. Vaccinatieprogramma’s, voorlichtingscampagnes, de hele reutemeteut. Het is enorm verstrekkend. En in de krant lees je: het aantal zelfmoorden neemt toe. Oh ja, weet je het zeker?’’ [4] 
91 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[5]