retouradres

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·tour·adres
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord retouradres retouradressen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het retouradreso

  1. (post) adres waar een niet te bezorgen poststuk naartoe wordt gezonden
     Hij zet geen retouradres op de envelop.[1]
     De bewoners van het huis wisten van niets, meldt regionale omroep NH. De politie denkt dat de afzender willekeurige retouradressen op de enveloppen zet. Op het moment dat de bezorging mislukt, wordt de post naar dat adres gestuurd. De enveloppen die in Landsmeer op de mat vielen waren bedoeld voor een adres in het buitenland.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium op Wikipedia, ISBN 9789057598500
  2. Bronlink geraadpleegd op 19 februari 2022 Weblink bron “Per ongeluk zakken met xtc-pillen op de deurmat” (14-06-2016), NOS