resulterend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·sul·te·rend

Werkwoord

vervoeging van: resulteren
verbogen vorm: resulterende

resulterend

  1. onvoltooid deelwoord van resulteren
stellend
onverbogen resulterend
verbogen resulterende
partitief resulterends

Bijvoeglijk naamwoord

resulterend

  1. ergens uit voortvloeiend; betreffende het gevolg van iets
    • De stemgegevensschrijver van het schip, die als een 'zwarte doos' op een vliegtuig functioneert, is naar verluidt op zaterdag hersteld, wat mogelijk helpt om inzicht te krijgen in de manier waarop de botsing en de resulterende brand plaatsvonden. [1] 
    • Audi A4 Avant g-tron sport S tronic. Ook op de 16e plaats staat de aardgas aangedreven A4 g-tron. De CO2-emissies berekend in de ADAC Ecotest zijn 135 g/km en het resulterende testverbruik is 4,6 kilogram aardgas per 100 kilometer. [2] 
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen