restylede
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·style·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
restylen |
restylede
- enkelvoud verleden tijd van restylen
- Ik restylede.
- Jij restylede.
- Hij, zij, het restylede.
- Ik restylede.
vervoeging van |
---|
restylen |
restylede