restgetal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rest·ge·tal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rest en getal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | restgetal | restgetallen |
verkleinwoord | restgetalletje | restgetalletjes |
Zelfstandig naamwoord
het restgetal o
- (wiskunde) getal dat na een deling als rest overblijft
Gangbaarheid
- Het woord restgetal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "restgetal" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be