restaurateur
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- res·tau·ra·teur
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van restaureren met het achtervoegsel -ateur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | restaurateur | restaurateurs |
verkleinwoord | restaurateurtje | restaurateurtjes |
Zelfstandig naamwoord
- (kunst) (beroep) iemand die kunstwerken restaureert
- ▸ De restaurateur schreef het plan voor de MeyerBergman Erfgoed Groep, die het paleis in 2017 kocht. De eigenaar wil van het monument en omringende landgoed een evenementencentrum maken. Ook komen er een hotel, horeca en tientallen woningen. De inkomsten daaruit worden gebruikt voor de restauratie van het paleis.[2]
- (beroep) exploitant van een restaurant
Synoniemen
- [2] restauranthouder
Vertalingen
1. (kunst) (beroep) iemand die kunstwerken restaureert
Gangbaarheid
- Het woord restaurateur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "restaurateur" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron “Plan voor restauratie Soestdijk gepresenteerd: 'Geen gemakkelijke klus'” (3/6/2020), NOS
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ateur in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Kunst in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %