restaurantgedeelte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Het restaurantgedeelte van een voormalige schuur
Uitspraak
Woordafbreking
  • res·tau·rant·ge·deel·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord restaurantgedeelte restaurantgedeeltes
restaurantgedeelten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het restaurantgedeelteo

  1. (horeca) deel van een gebouw of ruimte dat is ingericht als een eetgelegenheid
     ”Volgens Tollius” heeft qua inrichting en uitstraling het nodige gemeen met ”Tollius”. Hoofdkleur is donkergrijs -op de klank af saai, maar het tegendeel is waar- op plafond, wanden en op de authentieke spanten. In het midden een lange bank die café- en restaurantgedeelte scheidt. „Aan de ene kant is gedekt, aan de andere niet. Komen er meer eters voor het restaurant, dan dekken we snel bij aan de cafékant.”[1]
     Op het moment van de overval waren er enkele personen in het restaurantgedeelte van de amusementenhal aanwezig.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Stationseiland met carpaccio en speenvarken” (20-03-2009), Reformatorisch Dagblad
  2. Bronlink Weblink bron “Gewapende overval op amusementenhal Ermelo” (29-08-2009), Reformatorisch Dagblad