respectief
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: respectief (hulp, bestand)
Woordafbreking
- res·pec·tief
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | respectief | respectiever | respectiefst |
verbogen | respectieve | respectievere | respectiefste |
partitief | respectiefs | respectievers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
respectief [1]
- betrekking hebbend op ieder van de afzonderlijke dingen waarvan sprake is
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord respectief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "respectief" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be