resonantie
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: resonantie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- re·so·nan·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘het meetrillen’ voor het eerst aangetroffen in 1502 [1]
- Afgeleid van resoneren met het achtervoegsel -antie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | resonantie | resonanties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
resonantie v
- weergalm, weerklank
- (elektronica) (natuurkunde) (elektrotechniek) trilling op de eigenfrequentie
- het afstemmen op een zender bij een kristalontvanger gebeurt met een afstemkring die in resonantie is met de zendfrequentie
Synoniemen
Hyponiemen
- bioresonantie, elektronspinresonantie, ferroresonantie, kernspinresonantie, snaarresonantie, stemresonantie, elektrische resonantie
Afgeleide begrippen
- resonantiebodem, resonantiefrequentie, resonantieholte, resonantiekring, resonantiesnaar, resonantietoon, resonantieverschijnselen
Verwante begrippen
- [2] afstemmen, bandbreedte, eigenfrequentie, eigentrilling, filter, harmonische, Helmholtz resonator, klankholte, RLC-circuit
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord resonantie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "resonantie" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -antie in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Elektronica in het Nederlands
- Natuurkunde in het Nederlands
- Elektrotechniek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %