republikeins

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·pu·bli·keins
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen republikeins republikeinser republikeinst
verbogen republikeinse republikeinsere republikeinste
partitief republikeins republikeinsers -

Bijvoeglijk naamwoord

republikeins [1]

  1. (regering) van of als van een republiek
  2. van of als van de republikeinen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen