representatief

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·pre·sen·ta·tief
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen representatief representatiever representatiefst
verbogen representatieve representatievere representatiefste
partitief representatiefs representatievers -

Bijvoeglijk naamwoord

representatief

  1. met bepaalde kenmerken een groep of geheel vertegenwoordigend
    • Dat vonden we toch wel een representatieve steekproef. 
  2. een goede indruk makend
    • Hij had een representatief uiterlijk. 
     Het was onduidelijker wat ze bedoelde met er representatief uitzien. Waarschijnlijk waren het gewoon ingewikkelde woorden voor heel mooi zijn.[1]
Antoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044632767
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be