reofyt
Uiterlijk
- reo·fyt
- van Engels rheophyte, gevormd uit Oudgrieks ῥέω (rhéoo) "stroom" en φυτόν (futón) "plant", geïntroduceerd door de Amerikaanse botanist C. MacMillan in 1899 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reofyt | reofyten |
verkleinwoord | reofytje | reofytjes |
de reofyt m
- (beschrijvende plantkunde) plant die is sterk stromend water kan leven
- In zijn geboorteland Mexico is dit een echte reofyt die groeit in constant vochtige situaties en zelfs volledig wordt ondergedompeld in het regenseizoen zonder duidelijke nadelige gevolgen.[2]
- Het woord 'reofyt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Conway MacMillanObservations on Nereocystis, Torrey Botanical Society in: Bulletin of the Torrey Botanical Club, jrg. 26 nr. 6 (juni 1899), p. 279
- ↑ Chamaedorea palmboom theopneustia
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beschrijvende plantkunde in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal