rende weg

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ren·de weg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
wegrennen

rende weg

  1. enkelvoud verleden tijd van wegrennen
    • Ik rende weg. 
    • Jij rende weg. 
    • Hij, zij, het rende weg. 


Gangbaarheid