remous

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·mous
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘beweging in luchtlaag’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1911 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord remous remous
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

remous m [3]

  1. het optreden van snel wisselende stijgingen en dalingen in een instabiele luchtlaag, waardoor een vliegtuig gaat schokken
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

18 % van de Nederlanders;
13 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen