remlås

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • rem·lås
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie zeldzaam
m enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   remlås     remlåsen     remlåser     remlåsene  
genitief   remlås'     remlåsens     remlåsers     remlåsenes  
o enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   remlås     remlåset     remlås
remlåser  
  remlåsa
remlåsene  
genitief   remlås'     remlåsets     remlås'
remlåsers  
  remlåsas
remlåsenes  

Zelfstandig naamwoord

remlås, m / o

  1. (techniek) riemgesp, riemslot, riemsluiting (apparaat dat twee riemen verbindt, in het bijzonder de uiteinden van een aandrijfriem)
    «En sørgelig ulykke heudte tirsdag morgen på Skottfoss idet en arbeider blev rammet av en remlås med den følge at han døde på stedet. Han efterlater sig hustru en mange barn.»[1]
    Een droevig ongeval vandaag, dinsdagmorgen bij Skotfoss, waarbij een arbeider werd getroffen door een riemslot met als gevolg dat hij ter plaatse stierf. Hij laat zijn vrouw van veel kinderen achter.

Zelfstandig naamwoord

remlås

  1. genitief onbepaald onzijdig meervoud van remlås

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 7 april 2020 Weblink bron “En sørgelig ulykke”, Tvedestrands-Posten van 27 april 1929 (in het Noors), pagina 2, kolom 3
  1. Det Norske Akademis Ordbok (NAOB) remlås