remklauw

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rem·klauw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord remklauw remklauwen
verkleinwoord remklauwtje remklauwtjes

Zelfstandig naamwoord

de remklauwv

  1. (techniek) klem waarop de remblokken zitten
     De opvangbak bevindt zich achter de remklauw in de draairichting, dus waar het merendeel van het stof naar buiten komt.[1]
     Het remsysteem voor bestaat uit een hydraulische schijfrem met zwevende 2-zuiger remklauw, achter een hydraulische schijfrem met zwevende 1-zuiger remklauw. ABS is als optie leverbaar. De afmeting van de C1 is 208x103x178 cm en hij heeft een massa van 185 kg.[2]
     De remmen aanspannen is nochtans een koud kunstje. Op de meeste fietsen zitten traditionele remmen: een remklauw met twee beweegbare armen waarop telkens een remblokje gemonteerd zit. (Sommige fietsen hebben een remsysteem met een handige draaiknop om de remkabel aan te spannen. Zo heb je geen gereedschap nodig maar kun je de kabel letterlijk in een handomdraai aanspannen.)[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

67 % van de Nederlanders;
61 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Erik Kouwenhoven
    “Nooit meer vieze velgen dankzij remstof-filter” (28-04-2019), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron
    Chris Kaai
    “„Kijk mama, een auto-motor!”” (04-10-2002), Reformatorisch Dagblad
  3. Bronlink Weblink bron
    kld
    “Hoe een lekke band herstellen (en andere tips voor het fietsonderhoud)” (24/09/2014), De Standaard
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be