remix

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·mix
enkelvoud meervoud
naamwoord remix remixen
remixes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de remixm

  1. (muziek) opnieuw gemixte versie van een geluidsopname
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
remixen

remix

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van remixen
    • Ik remix. 
  2. gebiedende wijs van remixen
    • Remix! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van remixen
    • Remix je? 

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be