reminiscentie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·mi·nis·cen·tie
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reminiscentie | reminiscenties |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- door een waarneming opgeroepen herinnering
- ▸ Wat is het toch dat ik steeds weer mijn oude jongensboeken herlees en dat die me nooit vervelen? Is het de reminiscentie aan de oerwereld van mijn kindertijd? Thuis hadden wij op zolder een oude commode staan waarin de zondagsschoolboeken van mijn ouders zaten. Als kind zat ik vaak in die commode te neuzen en ontdekte daar de mooiste boeken.[3]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'reminiscentie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "reminiscentie" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ reminiscentie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Dr. Ewald Mackay“Column: Waarom ik steeds weer mijn oude jongensboeken lees” (13-03-2017), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be