relocatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·lo·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord relocatie relocaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de relocatiev

  1. naar een andere plaats brengen
    • Relocatie is niet echt een optie, want panda's zijn niet de makkelijkste beesten, ze hebben flink wat leefruimte nodig en bovendien heeft de mens de gebieden ingepalmd die wel klimatologisch uitstel zouden kunnen bieden. [1] 
    • De vluchtelingenkampen in Griekenland zijn ondertussen overvol. Amnesty berekende dat relocatie van al deze mensen in het huidige tempo nog achttien jaar gaat duren. [2] 
  2. voor een ander doel gebruiken

Gangbaarheid

66 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen