rekwestreerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·kwes·treer·de

Werkwoord

vervoeging van
rekwestreren

rekwestreerde

  1. enkelvoud verleden tijd van rekwestreren
    • Ik rekwestreerde. 
    • Jij rekwestreerde. 
    • Hij, zij, het rekwestreerde.