reizend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rei·zend
stellend | |
---|---|
onverbogen | reizend |
verbogen | reizende |
partitief | reizends |
Bijvoeglijk naamwoord
reizend
- als iets of iemand op reis is
- De reizende tentoonstelling is nu in Amsterdam te bewonderen en volgende week in Rotterdam.
Werkwoord
vervoeging van: | reizen |
verbogen vorm: | reizende |
reizend
Gangbaarheid
- Het woord reizend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "reizend" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be