reist door

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • reist door
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doorreizen

reist (…) door

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorreizen
    • Jij reist door. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorreizen
    • Hij reist door. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorreizen
    • Reist door! 

Gangbaarheid