reispas
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- reis·pas
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van reis ww en pas [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reispas | reispassen |
verkleinwoord | reispasje | reispasjes |
Zelfstandig naamwoord
de reispas m
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord reispas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "reispas" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be