reisbureau

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • reis·bu·reau
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reisbureau reisbureaus
verkleinwoord reisbureautje reisbureautjes

Zelfstandig naamwoord

het reisbureauo

  1. winkel of bedrijf dat reizen voor klanten regelt
    • Vroeger werden reizen geboekt bij een reisbureau, tegenwoordig doen de meeste mensen het direct via internet. 
Synoniemen
  1. reisagentschap
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be