regionalisering

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  regionalisering    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌreɣijoˌnaliˈzerɪŋ / (7 lettergrepen)

Woordafbreking

• re·gi·o·na·li·se·ring

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van  regionaliseren zn  met het achtervoegsel -ing

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	regionalisering	regionaliseringen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de regionalisering v

1. spreiding van een activiteit of verantwoordelijkheid door die per streek te organiseren

   ▸ Ze zien ook dat de veiligheidsregio, bedoeld als hulpbestuurslaag in tijden van acute crisis, een hoofdbestuurslaag is geworden. En dat er bij sommige bestuurders het idee ontstaat dat zo meer zaken zijn te organiseren. „Je ziet de regionalisering van Nederland zich onder je handen voltrekken”, zegt Van den Berg.

   ▸ Het maatschappelijke debat over regionalisering van het voedselsysteem kent een lange geschiedenis. Vaak wordt de wens voor een meer regionaal georganiseerd voedselsysteem gezien als een reactie op de modernisering en de mondialisering die de landbouw in Europa na de Tweede Wereldoorlog heeft doorgemaakt.

2. internationale samenwerking op de schaal van een werelddeel of een groep nabijgelegen landen

   ▸ Op het Europese continent bestaan grote verschillen. Toch zou het best kunnen dat deze crisis ook hier een regionale aanpak in de hand werkt. Stappen zijn al gezet op het gebied van de inkoop van vaccins en de financiering van de crisisaanpak. Zou de coronacrisis, met andere woorden, een trend naar regionalisering kunnen versnellen?

3. gebiedsindeling van informatie

   ▸ Er zijn fijnere regionaliseringen denkbaar, maar ook grovere. Bovendien: in de loop der tijd kunnen vanwege klimaatveranderingen bestaande regionaliseringen minder correct worden.

Gangbaarheid

• Het woord regionalisering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.