regeringloos
Uiterlijk
- re·ge·ring·loos
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | regeringloos | regeringlozer | regeringloost |
verbogen | regeringloze | regeringlozere | regeringlooste |
partitief | regeringloos | regeringlozers | - |
regeringloos
- zonder regering
- Door de langste formatie ooit heeft België een regeringloze periode doorgemaakt die meer dan een jaar duurde.
- Het woord 'regeringloos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.