regenzone

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·gen·zo·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord regenzone regenzones
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de regenzonev / m

  1. een gebied waar het (gewoonlijk) veel regent
    • Begin van de nacht is het tijdelijk overwegend droog. Tegen de ochtend trekt een volgende regenzone het zuidwesten van het land binnen.[1] 
    • Er trekt dinsdagochtend eerst een regenzone van zuidwest naar noordoost over het land. Daarachter volgen buien met kans op onweer en hagel.[2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 29 dec. 2017 Oppassen voor gladde weggedeelten
  2. de Telegraaf 05 jun. 2017 Nog even zomers, regen op komst
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be