regenscherm

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regenscherm
Een man met een regenscherm in de gietende regen ()

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·gen·scherm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord regenscherm regenschermen
verkleinwoord regenschermpje regenschermpjes

Zelfstandig naamwoord

regenscherm o

  1. (België) een paraplu
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be