regenpauze

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  regenpauze    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• re·gen·pau·ze

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  regen zn  en  pauze zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	regenpauze	regenpauzes regenpauzen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de regenpauze v / m

1. tijdelijk oponthoud in een wedstrijd in verband met regen

   ▸ De Servische staat 106 plaatsen lager op de wereldranglijst en kon Bertens amper in de problemen brengen. Ze maakte vroeg in de eerste set nog wel tweemaal een break achterstand ongedaan, maar na een regenpauze van anderhalf uur, op 4-3 in het voordeel van Bertens, kwam ze er niet meer aan te pas.

   ▸ Federer brak echter direct terug en pakte de set, na een regenpauze, met drie servicewinners op rij. In de derde set overklaste Federer zijn opponent.

Gangbaarheid

• Het woord regenpauze staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.