regenereren
Uiterlijk
- Geluid: regenereren (hulp, bestand)
- re·ge·ne·re·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
regenereren |
regenereerde |
geregenereerd |
zwak -d | volledig |
regenereren [3]
- ergatief weer aangroeien of ontstaan
- De huid regenereerde met een collageen productie die steeg met gemiddeld 37%. [4]
- overgankelijk in de oorspronkelijke toestand terugbrengen, weer bruikbaar maken
- Het woord regenereren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "regenereren" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ regenereren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Journal of Dermatologic Surgery, 2005.
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 91 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %