refuge

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·fu·ge
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord refuge refuges
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

refuge v/m

  1. schuilhut in de bergen
    • Zaterdag rond 20.00 uur hadden de twee alpinisten al alarm geslagen en de hulpdiensten verwittigd. Ze waren verdwaald in de buurt van de Dôme du Goûter. Een helikopter van de PHGM is toen twee keer uitgerukt in een poging hen terug te vinden, maar de operatie werd bemoeilijkt door de sneeuw en de wind. Gistermorgen trokken twee redders te voet verder, nadat ze aan de refuge du Goûter waren afgezet per helikopter. Ook zij slaagden er aanvankelijk niet in de twee alpinisten te lokaliseren. [2] 
    • De politie vermoedt nu dat ze kort na haar ontvoering in datzelfde Grospierres (niet ver van het toeristische Vallon-Pont-d'Arc) in een soort berghut verbleef. In de refuge, een schuilplaats die openstaat voor het publiek, werden etensresten aangetroffen en stukjes weefsels worden nu koortsachtig onderzocht. [3] 
  2. plaats waar men zich in veiligheid kan stellen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

73 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[4]


Verwijzingen