referir
Uiterlijk
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
referir |
refería |
referido |
volledig |
referir
- re·fe·rir
- overgankelijk
- vertellen, beschrijven
- verwijzen, refereren
- toeschrijven aan, relateren aan
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
referir |
refería |
referido |
volledig |
referir