reerug

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ree·rug
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reerug reeruggen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

reerug m [1]

  1. (voeding) vlees van de rug van een hert
    • Hebben we er met Kerstmis tijd en aandacht voor gehad? Voor de kersttoespraak van paus Franciscus en van koning Willem-Alexander? Of werden we zo opgeslokt door het familiegebeuren, het verorberen van de kalkoen en de reerug en het nuttigen van de champagne en de wijn, dat het kijken en beluisteren van die kerstboodschappen er totaal bij ingeschoten is? [2] 
    • Deze gebakken rendierbiefstuk met gestoofde savooiekool, cantharellenportjus en cranberrycompote klinkt heel veel, maar binnen een kwartiertje kun je het klaar hebben. In plaats van rendier kun je dit recept ook prima met hertenvlees of reerug maken. [3] 
Hyperoniemen

Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen