reed paard

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • reed paard
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
paardrijden

reed paard

  1. enkelvoud verleden tijd van paardrijden
    • Ik reed paard. 
    • Jij reed paard. 
    • Hij, zij, het reed paard. 


Gangbaarheid