reduceerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: reduceerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- re·du·ceer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
reduceren |
reduceerde
- enkelvoud verleden tijd van reduceren
- Ik reduceerde.
- Jij reduceerde.
- Hij, zij, het reduceerde.
- Ik reduceerde.