rederijkerskamer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

oefening baart kunst als blazoen van een rederijkerskamer
Uitspraak
Woordafbreking
  • re·de·rij·kers·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rederijkerskamer rederijkerskamers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de rederijkerskamerv / m

  1. gilde van amateurdichters vanaf het einde der middeleeuwen
    • ‘Meer suers dan soets’(meer zuur dan zoet) is de kenspreuk van de 16-de eeuwse Antwerpse dichteres Anna Bijns. Die kenspreuk is onder andere van toepassing op haar dichterlijke situatie: Bijns werd door de Antwerpse rederijkerskamer erkend en zelfs bewonderd als talentvol en bekwaam dichter, maar mocht dat nooit verzilveren door lidmaatschap ervan. Dat was immers uitsluitend voorbehouden aan mannen. [2] 
  2. reciteer en toneelvereniging in de 19de en 20ste eeuw
    • Toneelvereniging Rederijkerskamer Bilderdijk uit Markelo is er opnieuw in geslaagd een aantal jeugdigen te interesseren voor toneel. [3] 

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 28 januari 2016 Gust Peeters
  3. Tubantia 01-november-2007