redacteur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·dac·teur
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van redigeren met het achtervoegsel -eur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | redacteur | redacteuren redacteurs |
verkleinwoord | redacteurtje | redacteurtjes |
Zelfstandig naamwoord
redacteur m
- (beroep), (media) iemand die berichten verzamelt en bewerkt voor publicatie
- (beroep), (media) iemand die teksten corrigeert en klaarmaakt voor publicatie
- ▸ Ik wil in het bijzonder mijn vrouw bedanken voor haar advies als redacteur: ze gaf steeds realistische feedback en ik had het boek niet zonder haar hulp kunnen schrijven.[1]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- mannelijke vorm van redactrice
Vertalingen
1. iemand die berichten verzamelt en bewerkt voor publicatie
Gangbaarheid
- Het woord redacteur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "redacteur" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -eur in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Media in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %