recycleerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·cy·cleer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
recycleren |
recycleerden
- meervoud verleden tijd van recycleren
- Wij recycleerden.
- Jullie recycleerden.
- Zij recycleerden.
- Wij recycleerden.
vervoeging van |
---|
recycleren |
recycleerden