recuperator
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: recuperator (hulp, bestand)
Woordafbreking
- re·cu·pe·ra·tor
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van recupereren met het achtervoegsel -ator
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | recuperator | recuperatoren recuperators |
verkleinwoord | recuperatortje | recuperatortjes |
Zelfstandig naamwoord
recuperator [1]
- systeem dat iets kan recupereren
Gangbaarheid
- Het woord 'recuperator' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.