recreatieschap

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·cre·a·tie·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord recreatieschap recreatieschappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het recreatieschapo

  1. organisatie die de recreatie in een bepaald gebied stimuleert
     Staatsbosbeheer maakt zich zorgen over de veiligheid van boswachters. Zaterdag werd voor de tweede keer in korte tijd een boswachter fysiek mishandeld. Dat gebeurde in het recreatieschap IJsselmonde in Zuid-Holland. De boswachter sprak met een collega een grote groep aan die een kampvuur had gemaakt. Ze waren met scooters in een natuurgebied dat alleen voor wandelaars toegankelijk is.[1]
     Een woordvoerder van Recreatieschap Midden-Nederland zegt tegen NH Nieuws dat het uitzonderlijk is dat een stroper met zoveel vis wordt gepakt. Het is volgens de woordvoerder dan ook geen uit de hand gelopen hobby geweest, maar een beroepsvisser die het illegale pad op is gegaan.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 september 2022 Weblink bron “Zorgen Staatsbosbeheer om veiligheid boswachters” (Woensdag 16 mei 2018), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 september 2022 Weblink bron “Stroper aangehouden met bijna 400 palingen in zijn boot” (Maandag 7 oktober 2019), NOS