recordhoeveelheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·cord·hoe·veel·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord recordhoeveelheid recordhoeveelheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de recordhoeveelheidv

  1. een kwantiteit die groter is dan er ooit eerder geweest is
     Opnieuw is er in Colombia een recordhoeveelheid coca verbouwd. Net als in 2016 waren er in 2017 nog nooit zo veel hectaren aan het basisingrediënt voor cocaïne, blijkt uit een nieuw VN-rapport.[1]
     Op sommige plekken gaat de tropische storm gepaard met een recordhoeveelheid regen, maar vooralsnog lijkt de schade relatief beperkt. Wel zijn zeker 23 mensen gewond geraakt.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Paulus Houthuijs
    “Vrede met de FARC maakt weg vrij voor drugsbendes in Colombia” (20-09-2018), NOS
  2. Bronlink Weblink bron “Orkaan Jongdari nu als tropische storm over Japan” (28-07-2018), NOS