reclasseren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·clas·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘terugbrengen in de maatschappij’ voor het eerst aangetroffen in 1910 [1]
  • afgeleid van het Franse reclasser (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]

Werkwoord

reclasseren [4]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
reclasseren
reclasseerde
gereclasseerd
zwak -d volledig
  1. een persoon die in de gevangenis heeft gezeten weer geschiktmaken om te functioneren in de samenleving
    • De centrale vraag is volgens Francine Giskes, collegelid van de Rekenkamer: „Wat komt er terecht van het belastinggeld dat u afdraagt? Wat is de effectiviteit van uitgegeven geld?” In werkgroepen, verdeeld over de verschillende ministeries, moet dat uitgezocht worden. Zuidema zit samen met Catrien Kort van het Leger des Heils, die hij kent van zijn reclasseringswerk, in de werkgroep ‘Straffen en Reclasseren’ - ze bespreken het jaarverslag van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Studenten praten mee over het jaarverslag van Onderwijs; jeugdverpleegkundigen over dat van Volksgezondheid.[5] 
  2. iemand weer een fatsoenlijk leven laten lijden na een tegenslag
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen