recitatie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·ci·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van reciteren met het achtervoegsel -atie [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | recitatie | recitaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de recitatie v
- het reciteren
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord recitatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "recitatie" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ recitatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be