recipiënt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·ci·pi·ent
enkelvoud meervoud
naamwoord recipiënt recipiënten
verkleinwoord recipiëntje recipiëntjes

Zelfstandig naamwoord

de recipiëntm

  1. (techniek) een kolf of vat voor gas of vloeistof
  2. (medisch) de ontvanger van bloed, weefsel of een orgaan dat van een donor afkomstig is
Antoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be