rechtvleugelig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • recht·vleu·ge·lig
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen rechtvleugelig
verbogen rechtvleugelige
partitief rechtvleugeligs

Bijvoeglijk naamwoord

rechtvleugelig

  1. (dierkunde) behorend of met betrekking tot de orde Orthoptera op Wikispecies, insecten met rechte, lederachtige vleugels, die meestal een langwerpige lichaamsbouw, lange voelsprieten en sterk vergrote achterste poten hebben, zoals sprinkhanen en krekels
     Dit rechtvleugelig insect uit de familie der springers kwam voorheen buiten de grote steden veel voor in woonhuizen.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 3 augustus 2022 Weblink bron Verloren woorden in: Het vrije volk, jrg. 46 nr. 13221 (9 juli 1990), De Arbeiderspers, Rotterdam, p. 2 kol. 1