rechtsbewustzijn

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rechts·be·wust·zijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rechtsbewustzijn
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

rechtsbewustzijn o [1]

  1. het gevoel dat mensen zonder juridische achtergrond hebben over wat rechtvaardig is en wat niet
     Lijfstraffen voor kinderen waren nog niet strafbaar, al zou de komende wetsverandering het geheimzinnige gebied binnen gaan dringen dat het algemene rechtsbewustzijn werd genoemd.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044633535