rechterrij

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rech·ter·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rechterrij rechterrijen
verkleinwoord rechterrijtje rechterrijtjes

Zelfstandig naamwoord

de rechterrijv / m

  1. de kolom of rij aan de rechterkant
    • ADO wil graag uit het rechterrijtje, want dan behoren ze tot de beste helft van de competitie. 
    • De rechterrij is voor de mensen die al een kaartje hebben gekocht. 

Gangbaarheid