realo

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·a·lo
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkorting van realist.
enkelvoud meervoud
naamwoord realo realo's
verkleinwoord realootje realootjes

Zelfstandig naamwoord

de realom

  1. iemand van de politieke strekking die realistische strijdpunten tracht te realiseren, op basis van beschikbare cijfers en gekende feiten
Antoniemen

Gangbaarheid

13 % van de Nederlanders;
15 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be